Menu:

Alphonse Stallaert (1920 - 1995)


Geboren op 1 Maart 1920 te Helmond,Nederland,Alphonse Stallaert studeerde aanvankelijk rechten in Utrecht om tegemoet te komen aan de wens van zijn vader,een bankier,die zijn eigen onderneming stichtte en wiens wil het was,dat zijn kinderen hem zouden opvolgen.Doch hij kon de roep van de muziek niet weerstaan en ontving van zijn vader de mogelijkheid tot een enkel jaar muziekstudies.En aldus leerde hij in 1941 compositie en orkestdirectie aan het conservatorium te Utrecht bij respectievelijk Hendrik Andriessen en Bertus van Lier.Om aan het vaderlijke ultimatum te voldoen,verkreeg hij in een jaar de diplomas die gewoonlijk twee universiteitsjaren in beslag namen.

Met zijn diplomas op zak dirigeerde hij gedurende een jaar het orkest van de Societeit Philips te Eindhoven,en in 1945 loopt hij stage bij het Halle-Orchestra te Manchester op uitnodiging van Sir John Barbirolli.

Hij komt aan in Parijs in1946 met slechts 100 Frank in zijn portemonnee,doorloopt een jaar contrapunt in de rue de Madrid (Conservatoire National de Musique) en neemt lessen in orkestdirectie bij André Cluytens en in compositie bij Arthur Honneger.

Dan stichtte hij zijn eigen orkest van 92 Franse musici waarmede hij zijn eerste concert te Parijs gaf.Ongelukkigerwijze zag hij zich het jaar daarop gedwongen zijn symphonieorkest te beperken tot een strijkorkest van 36 musici.Met het “Orchestre à cordes de Paris” gaf hij meerdere concerten te Parijs en maakte hij toernées in zijn geboorteland alwaar hij onder meer optrad in de Grote zaal van het Concertgebouw te AmsterdamHij moest helaas deze hartstocht onderbreken wegens geldebrek. Nochtans werd hij uitgenodigd om enige Franse orkesten zoals de orkesten Lamoureux en Pasdeloup te dirigeren,evenals Nederlandse orkesten,met name het Brabants Orkest,het Overijssels Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamer orkest.

In 1951 beleeft zijn eerste werk,”Concerto pour piano et orchestre” zijn eerste uitvoering tijdens het festival van Besançon door het Orchestre National de la R.T.F. onder leiding van Raphaël Kubelik met Daniel Wayenberg aan de piano.

Tijdens het muziekseizoen werd dit concerto succesievelijk uitgevoerd door de Société des Concerts du Conservatoire onder leiding van André Cluitens en het Orchestre Pasdeloup onder leiding van de componist.Meerdere uitvoeringen in Frankrijk en Nederland volgden na de eerste uitvoering en Philips gaf een gramofoonplaat van het werk uit,uitgevoerd door het Orchestre Lamoureux onder leiding van de componist.

Hij gaf particuliere lessen en componeerde een symphonie,”Les âmes maudites”, Later genoemd “Symphonia da Requiem”;hij schreef voor zijn vriend D.Wayenberg 2 croquis pour piano,vervolgens een opera “Myrdhinn”.

In 1956 treedt hij in het huwelijk met Lydia Sborowsky,een nichtje van Daniel Wayenberg.

Terwijl hij arbeidt als kopiist,lessen en conferenties geeft om te kunnen leven,geeft hij zich met hartstocht over aan de compositie:concerto voor hoorn,concerto voor twee pianos,liederen op gedichten van Sadi de Gorter,een strijkkwartet,kwintet voor saxofoon en strijkkwartet…

In 1961 is hij uitgenodigd door het Festival van Vichy om zijn symphonie, ״Symphonia da Requiem״ te dirigeren.

In 1964 wordt het concerto voor twee pianos,strijkorkest en pauken op briljante wijze uitgevoerd door Julien Azaïs en Marie-José Billard met het Orchestre Lamoureux.

Hij werkt als muziekrecensent voor een Nederlandse krant en voor een literair blad,”Euros” en vanaf 1965 componeert hij voor de televisie,met name de muziek voor een film van André Fey:”Conte à rebours”,en voor een film van Frédérique Hebrard:”Les regrets de Pierre Guilhem”.Zodoende produceert hij tot in 1974 overvloedig en snel voor de televisie.Deze arbeid vermaakt hem weliswaar,doch de puur muzikale creatie dringt zich bij hem op:hij “hoort” de muziek die bij hem opkomt en moet deze “op papier zetten”,en dit vaak s’nachts.

Gedurende deze jaren van intense arbeid ontstaan er aldus werken van een diepere aard: -

  • - "Le Bestiaire"
  • −Trio pour hautbois,clarinette et basson (opdracht van het ministerie van cultuur van het Koninkrijk der Nederlanden,
  • −״Le miroir sonore״ voor groot orkest,
  • −Trois études pour piano,
  • − ״Requiem pour les enfants״,
  • − Sonate pour piano,
  • −״Colin,Cloé et Nicolas״ op een text van Boris Vian voor verteller en trompet (dit werk werd uitgevoerd door een Nederlandse trompettist in een Nederlandse vertaling,
  • −״Chaines d’or״ voor piano,een werk geinspireerd door Rimbaud en Verlaine,
  • −״Ad actum tragicum״,bevattende een suite voor cello,een tussenspel voor piano opgedragen aan zijn vriend John Blot en een orkestrale compositie,
  • −״Le sang et les poètes״,liederen,uitgevoerd in het Institut Néerlandais de Paris.

In 1973 componeert hij voor het ministerie van cultuur van het Koninkrijk der Nederlanden ״ELKHEVIR״,een werk voor klein orkest.

Op 26 Maart 1976 voert het Brabants Orkest te Eindhoven het pianoconcert uit met D.Wayenberg.

Sadi de Gorter,cultureel attaché in het Institut Néerlandais de Paris,opent voor hem de deuren van dit oord van hoog aanzien :hij geeft er lessen en er worden concerten geprogrammeerd waarin zijn werken centraal staa.

Eveneens geeft hij onderricht aan het Conservatoire Européen de Paris en maakt hij deel uit van de jury voor de examens van het einde van het jaar,

In 1978 installeert hij zich bij Maria Van Der Meer op het Ile Fanac te Joinville-le-pont,een oord gunstig voor zijn inspiratie,in de nabijheid van Parijs,aan de oevers van de Marne.Ook verblijft hij vele malen in Les Issambres aan de Côte d’Azur,bij zijn vrouw.Bij haar vindt hij de kalmte,noodzakelijk voor zijn werk,verwijderd van de drukte van de hoofdstad.

Hij vormt een koor voor amateurs, ״Le Chœur Fanac״ voor hetwelk hij zich vermaakt met het harmoniseren van een gevarieerd repertorium.Zonder de moeilijkheden uit de weg te gaan,aarzelt hij niet om dit koor een voor kort geleden gecomponeerd oratorium te laten zingen:״Il cantico del sol״ op de tekst van St.Franciscus van Assisie: ״Cantique des créatures״. Zijn creative arbeid,waaraan hij zich met lichaam en ziel wijdt,vindt vaak zijn inspiratie in literaire teksten zoals zijn opera Myrdhinn en zijn liederen op teksten van Rilke,Garcia Lorca,Desnos,de Gorter en Mourik getuigen.Edoch,het is spijtig dat dit hem langzamerhand isoleert van de professionele musici en van de media.

Het trio ״Sonata concert״ is wel enthousiast jegens hem en geeft hem in 1989 een opdracht voor een trio voor viool;,contrabas en piano,en daarna voor een kwintet.

Tot zijn begrijpelijke vreugde en trots wordt hij in 1990 in Nederland uitgenodigd om zijn 70ste verjaardag te vieren.Op aanzet van Niels Swinkels,een journalist, gespecialiseerd in culturele zaken,wordt er een festival in de provincie Noord-Brabant georganiseerd om hem te eren.Met vreugde woont hij de uitvoering van zijn pianoconcert bij en luistert met veel emotie naar jonge leerlingen van het Conservatorium te Eindhoven die enige van zijn werken uitvoeren;de interpretatie van zijn ״essai pour Harpe et Alto״ ontroert hem in het bijzonder.

De acteur Gérard Zuchetto en het trio ״Sonata concert״ verzoeken hem te werken op gedichten van Max Rouquette in de Occitaanse taal.Met enthousiasme werpt hij zich op deze compositie en schrijft een werk voor Trio enVerteller,uitgegeven bij Gallo onder de naam ״Lo maucor de l’Unicorn״.

Ongelukkigerwijze verslechtert zijn gezondheidstoestand..In 1994 verlaat hij het Ile Fanac en trekt hij zich teruge bij zijn vrouw in Zuid-Frankrijk.Aangemoedigd door het Trio,comporneert hij een kwintet voor dezelfde bezetting als het Forellenkwintet van Schubert.

Een laatste opdracht wekt zijn hartstochtelijke belangstelling op:״Le Petit Prince״ opera voor kinderkoor,waar hij zelf het libretto voor schrijft.Dit werk,aanvankelijk bestemd voor de scholen van Champagne sur Oise,neemt langzamerhand de afmetingen van een opera aan.Hij zal niet de tijd krijgen om de laatste scène te voltooien.

Hij overlijdt op 15 December 1995 te Fréjus.Zijn laatste rustplaats is het kerkhof van Overs_sur Oise,nabij degene voor wie hij zulk een grote bewondering koesterde:Vincertnt van Gogh.